vorig bericht | overzicht | volgende bericht

Bolivia

30 juli

La Paz

Waarom spannend? Meer dan in de rest van (Noordwest) Bolivia heerst er in de grensstreek met Peru een fanatieke stakingsdrift die resulteert in langdurige wegblokkades.
Op het platteland hier wordt voornamelijk een bescheiden maaltijd geboert met het verbouwen van Coca-plantjes. Iets wat Texasranger Busch niet zint en de Zuid-Amerikaanse 'gewesten' zijn War on Drugs oplegt. Gevolg van deze paranoia miljardenpolitiek is dat, behalve alle bijzondere luchtverkeer voor drugstransport wordt aangezien en zodoende een heli met missionarissen naar beneden wordt gehaald, de kleine man wederom slachtoffer is en zijn enige inkomstenbron in gevaar ziet, reden voor actie dus!

De grensovergang nabij Puno is het middelpunt van de stakingen. Maandenlang zijn de wegen rondom grensplaatsje Copacobana aan het Titikaka-meer onbegaanbaar geweest. De campesinos hebben er geen half werk van gemaakt: tientallen kilometerslang is de weg bezaait met aarden wallen, stenen, glas en rotsbrokken. Een klein mirakel maakt het mogelijk dat ik met de bus hier doorheen slalom: de stakers en overheid hebben in afwachting van een te tekenen overeenkomst een tijdelijk 'vredesbestand' gesloten van 10 dagen. De lijst met eisen is echter dermate lang dat met het verlopen van de deadline op 2 augustus de grens hoogstwaarschijnlijk weer op slot gaat.

La Paz komt aan het eind van de dag in zicht, verzonken in een enorme kom op de Boliviaanse altiplano, hoogvlakte, is het de officieuze hoofdstad van Bolivia met ruim één miljoen inwoners.
Nog maar nauwelijks 10 minuten uit de bus gestapt of ik ben lijdend voorwerp van de plaatselijk befaamde afleidtruc om reizigers te rollen. Een gast attendeert me driftig met een tissue zwaaiend dat mijn rugzak is besmeurd: 'señor, señor; kaka, kaka!' (ja, het betekent overal hetzelfde). Het moet toch echt mijn chagarijnige blik geweest zijn die hem heeft doen besluiten direct op te hoepelen - zonder buit overigens!

La Paz ligt, omgeven door bergketens op 3700m en is daarmee de hoogste hoofdstad wereldwijd. De kom waarin het ligt is inmiddels overgelopen en een compleet nieuwe stad is verrezen aan de rand van de vallei op de kale altiplano. Hier wonen voornamelijk arme immigranten van het platteland.

Bijster aantrekkelijk is de stad niet: het trechtereffect maakt het centrum overvol en een stadswandeling temidden van de vele taxi´s, roetbrakende trufi´s (Boliviaanse collectivo´s), micro's (stadsbussen) en rondslenterende lokalo´s is daarom verre van relaxt. Zeker omdat de stoepen, smal, glad en stijl zijn en zo in de ijle lucht uitgroeien tot heuse cols van de buitencategorie. De drukte ontvluchten lukt je niet; in de buitenwijken is het elke dag markt en daarom wellicht alleen nog maar hectischer en chaotischer!
Op enkele uitzonderingen na, zoals enkele koloniale stadsvilla´s en Plaza Murillo met de Cathedraal en Nationaal Paleis, domineren betonblokken het centrum, getooid met de neons van westerse merken. Colabrouwers en aartsrivalen Pepsi en Coca-Cola maken het weer het bontst en kalken hun afbeeldingen en kreten op werkelijk elke kale wand, metalen drankkeet en stadsbus.

La Paz: druk, lelijk, vriendelijk, bont, vermoeiend, mooi, minder vriendelijk, vertederend en levendig.

Gedurende de tijd te La Paz meer tijd buiten de stad dan in de stad doorgebracht. En daar is alle aanleiding toe.
Op het moment dat de Tour zijn moment supréme beleeft leek een fietstochtje me wel gepast. Nou ja fietstochtje; downhillen in de Ardennen verbleekt bij de rit van La Cumbre naar Coroico.

La Cumbre - Coroico: van 4700m naar 1200m in 75 km. De weg transformeert van breed en geasfalteerd in smal en rotsachtig. De houding op de mountainbike verandert mee en na een zoefende aerodynamische Greg Lemond-zit eindig je in een horkige draai-en-kerende Adrianus van der Poel-stijl.

Sneeuw en ijs gaan over in stof en zand, veel zand. Steppegras groeit uit tot tropische jungle.

Diepe afgronden worden gecamoufleerd door mistflarden en wolken.

Tegemoetkomende bussen en trucks claxoneren voor elke bocht. Desondanks donderen er elk jaar verschillenden in het ravijn. Gedenkkruizen markeren elke bocht, de beruchtste wordt bemand door een vlaggend mannetje dat aldaar zijn familie is verloren.

Bijnaam van deze enigste verbinding tussen het noorden met La Paz is weinig verhullend: ´Dodenweg´.

De dag erop, zaterdag, als de handen nog natrillen van het schokkende stuur, is rustdag. Na enkele dagen op mede-geïnteresseerden te hebben gewacht kan ik een 3-daagse trektocht boeken in de La Paz omringende bergketen, het hoogste plateau van Latijns-Amerika.

Met vijf Fransen en een gids en kok vrijdagochtend in een volgepakte jeep richting de koninklijk geheten bergketen Cordillera Real, alwaar wij gaan trekken rondom het Condiri-massief.
Het vooroordeel ten aanzien van de talenkennis van de gemiddelde Fransman, of beter gezegd het ontbreken ervan, wordt direct bevestigd. Ongelooflijk dat eind-twintigers geen woord engels verstaan. Mijn geluk is dat twee anderen Internationale Economie-docenten zijn en zodoende steenkolen-engels spreken en dat de vijfde vanwege zijn internationale job zelfs vloeiend engels spreekt. Met deze brandmanager van Loreal trek ik het meeste op en is mijn tentgenoot tijdens de hike. Door er minder over na te denken heeft hij meer lef getoond dan ik en gaat hij na de 3 dagen de bergtop Huayna Potosí (6088m) beklimmen. Iets waar ik vanaf heb gezien aangezien als blijkt dat geen enkele gids engels spreekt, terwijl er passages met technisch klimmen over ijs en sneeuw overwonnen moeten worden (dus met pikhouweel, kabels, etc).

Het gehucht Tuni is uitvalsbasis van de 3-daagse hike in de Condillera Real (4500-5200m). Op de achtergrond de Huayna Potosí.

Eerste nacht wordt gebikakkeerd aan de voet van de Condoriri, waarin je met een flinke dosis inbeeldingskracht de kop en vleugels van de lokaal zo bewonderde aasgier kan ontwaren. Na een karig diner (kippebout met aardappelenstamp en mate de coca natuurlijk) een bitterkoude nacht in (-10 is best fris in een tentje op een matras van een 1,5 cm; Alle kleren, muts en handschoenen aanhouden dus! Slapen doe je vanwege de ijle lucht echter nauwelijks). Dag twee een pas op 5000m overgestoken. De gids is inmiddels ziek naar huis en de kok, die beter de lokale taal Aymara spreekt dan Spaans, heeft nu een dubbelfunctie.

Het landschap is kaal en weids. Je loopt over dorre graspollen, gruis en leistenen, afgewisseld door de vele, met mos overgroeide, stroompjes. Dit smeltende gletsjerwater wordt opgevangen in de verschillende bergmeren, die La Paz weer van drinkwater voorzien.

Rondtrekken hier kost verschrikkelijk veel energie. Geacclimatiseerd of niet, zodra het enigzins bergopwaarts gaat hijg je als een hond. De derde dag bereiken we het letterlijke hoogtepunt van deze tocht door de Boliviaanse Andes; een pas op 5200m.

Het laatste traject is voornamelijk afdalen om uit te komen bij het basiskamp voor de beklimming van de Huayna Potosí.

>

Mijn tentgenoot heeft, vers ingevlogen vanuit Parijs, drie loodzware dagen achter de rug en ziet als een berg tegen de beklimming van Huayna Potosí op. Jaloers ziet hij mij richting La Paz vetrekken waar een warme douche en goed eten op me wachten!

Terug in de hostal tref ik een koortsige kamergenoot. Na een half uur in het Engels te hebben gebabbeld blijken we ook allebei Nederlands te verstaan. Behalve dat we beiden Limbo´s zijn hebben we in Utrecht ook nog eens zo´n 300 meter van elkaar gewoond!
s`Avonds bekijk ik met enkele andere hostelgasten de finale van de Copa Americana: een barslechte voetbalpot die verdiend wordt gewonnen door gastheer Colombia. Wijze van adverteren grenst hier aan het ongelooflijke: de Latijnse collega´s van Smeets c.s. frunniken voortdurend aan de prominent op hun desk geplaatste Colaflesjes en als je denkt dat je iets hebt gemist op het veld hijgen de commentatoren om de vijf minuten de naam van één der hoofdsponsoren: 'Còcà-Coolllááááá!!!'

vorig bericht | overzicht | volgende bericht