vorig bericht | overzicht | volgende bericht

Perú

22 juli

Puno en het Titicacameer

Na de goedkoopste, en dus ook weinig comfortabele, rit te hebben uitgekozen kom ik aardig gaar aan in Puno. Laatste halte te Peru en gelegen aan het hoogste meer te wereld (3800m); het Titicacameer, dat deels voor de helft Peruaans en voor de andere helft Boliviaans territorium is. Puno is een weinig bijzonder stadje en is dan ook slechts uitvalsbasis voor het meer en de verderop gelegen pre-colombiaanse ruines van Sillustani.

Aan het idyllische Umayomeer zijn lang geleden door een plaatselijke stam graftorens gebouwd. De latere Inca´s hebben dit gebruik op deze plaats later overgenomen en de torens in de hun typerende stijl gebouwd. Hier werden alleen nobelen begraven; in het binnenste van de toren in foetuspositie, klaar voor een nieuw leven. Alle dienders pleegden zelfmoord om hun baas in dit volgende leven weer van dienst te zijn, zij werden verderop begraven. De in het midden te ontdekken reptiel op de wand staat voor het 'eeuwige leven': wordt zijn staart afgebeten, dan groeit deze gewoon weer aan.
De Inca´s mochten dan wel al aardbevingsbestendig bouwen, met de duistere zijden van de door hen aanbeden bliksem werd minder rekening gehouden. Zo blijken de torens inslaggevoelig te zijn vanwege de vele meebegraven metalen voorwerpen en plaatselijke magnetische velden. Vandaar dat enkele torens een voltreffer te verwerken hebben gehad.

Het weekend doorgebracht op het Titicacameer, het hoogste ter wereld op ruim 3800m. Het ´heilige´ meer (Incarijk-stichter Manco Capac zou hier uit het water verrezen zijn) ligt op de grens van Peru en Bolivia.
De boottrip begint met een stop op Uros; met behulp van riet kunstmatig aangelegde eilanden. Ooit ontstaan doordat enkele eeuwen eerder mensen oorlog en geweld op het vasteland ontvluchtten en een bestaan prefereerden op het meer. Eerst louter in bootjes, sinds 100 jaar maken ze van één van twee meter dikke rietbundels drijvende eilandjes, uiteraard zijn ook de hutjes en viking-achtige boten van riet. Tegenwoordig is het tot een toeristische trekpleister uitgegroeid en kan je ze kritisch beschouwd beter ´drijvende souvenirstalletjes´ noemen. Met enige argwaan lijkt het erop dat deze eilanden speciaal voor de camera en camcorder zijn aangelegd, te meer omdat het overgrote deel van deze gemeenschap niets van de moderne wereld moet weten en in afzondering enkele mijlen verderop in alle rust hun leven leidt.

De Uros-eilanden zijn beter te beschouwen als een openluchtmuseum, desalniettemin biedt het een fascinerend blik op hoe deze groep mensen leven. Waggelend over het riet zak je zonder problemen 10 a 20 cm weg!

Hieropvolgend tuffen we in één ruk door naar eiland Amantani: heerlijk 4 uurtjes in de zon door het 'heilige' water glijden!
Amantani is een behoorlijk groot eiland met verschillende gehuchtjes. In één van deze wordt ik met de rest van de groep per twee ondergebracht bij plaatselijke families om de nacht door te brengen. Samen met een Belgische kom ik terecht bij de familie van Esmael en Emiliana met vijf kinderen en opa en oma. In hun kleine - van kleiblokken opgetrokken - huisje is de ontvangst hartelijk en buitengewoon vriendelijk. Nadat de kinderen hun nieuwsgierigheid hebben uitgeleeft op onze spullen zingen ze nog een liedje en voordat ze slapen gaan krijgen we een dikke knuffel. Het eten zorgt voor minder verrassingen: ontbijt, lunch en avondeten bestaat uit rijst, ei, aardappelen en coca- danwel muñathee (mintsmaak).
Op het eiland heerst een ongelooflijke rust: auto´s kennen ze hier niet en electriciteit is er enkel in de avonduren (voor de huizen die aangesloten zijn). Winkels, restaurants of hotels zijn ook niet te bekennen, elke familie voorziet - voor een groot deel - in hun eigen behoeften.

Zonsondergang en -opkomst op Amantani. Het aantal sterren ´s nachts is duizelingwekkend, ze lijken elkaar wel te raken!
Rechts Amantani vanaf eiland Taquile.

Enkele kiekjes van Titicaca.

Zondagochtend na het ontbijt afscheid genomen van de familie. Het doet je wel wat als alle kinderen je uitbundig omhelzen en je van opa een zoen krijgt.
Eenmaal terug in de boot en de groep weer compleet opgestoomd naar het volgende eiland: Taquile. Met restaurantjes en winkeltjes meer ingespeeld op toerisme, maar voor iemand uit het immer hectische Nederland is de rust overweldigend.

Op eiland Taquile heerst een serene rust, op de bezoekuurtjes van de toeristen na dan.

Jong en oud is vertegenwoordigd.

Grappig zijn de lokale kledingsgewoonten: de leiders van het eiland dragen hoedjes en de rest van de mannen mutsen. Dragen zij deze met de punt naar links, dan zijn ze single en ´zoekende´, eenmaal getrouwd verschuifd de knot naar rechts. Niet-geinteresseerden dragen de puntmuts naar achteren. De vrouwen hebben communiceren op soortgelijke wijze met hun poncho´s. Voordat je hier getrouwd bent heb je minimaal een half jaar bij je schoonouders ingewoond om ´goed gedrag´ te tonen en het trouwritueel zelf is te gecompliceerd en vermoeiend om uit te leggen. Er wordt echter weinig gelachen op deze uiterst serieuze aangelegenheid.

Na de lunch wordt weer koers gezet terug naar Puno. Daar aangekomen schaf ik me een ticket aan voor misschien wel de spannendste bustrip van deze reis.

vorig bericht | overzicht | volgende bericht