Brasil |
22 augustus |
Foz do Iguaçu |
Mijn kennismaking met de eerste Brazilianen verloopt wat stroef. Portugees klinkt voor mij als een Schot die Spaans brabbelt met een flinke slok whisky. En als ik dan ook nog de weg vraag aan een naar sterke drank riekende, praatgraag mannetje sla ik zijn advies maar in de wind, de grapjas wijst me natuurlijk de verkeerde richting.
Het centrum van Foz do Iguaçu bereikt wordt het 'landje hoppen' dezer dagen ook in Brazilië direct gerechtvaardigd. Ik check in de jeugdherberg in voor 8 reais, die zo ongeveer gelijk staat aan de gulden, inclusief ontbijt!
Het is reeds avond als ik aankom en dus maar eens op zoek naar een eettentje. Even buiten het centrum tref ik een gloednieuwe toko aan. Kennelijk populair want het zit barstensvol. De Engelssprekende gastvrouw laat me niet onstnappen en daar krijg ik geen spijt van. Niet veel later wordt een halve meter lange spies met gegrild rundvlees pontificaal om mijn tafel gepland, omringd door salades, brood en bier. Net als in Asunción opnieuw een menu voor de immer hongerige, maar dat blijkt hier doodgewoon. De Brazilianen moeten dan ook wel lachen als ik halverwege al een tandje lager ga en langzaam in mijn stoel onderuit zak. Ober Ronaldo weet mij vervolgens de genadeslag toe te dienen door de spies te vervangen door een nieuwe...oeff...iets teveel! Wel laat ik me nog verleiden tot een megasorbet, de prijzen hier zijn een lachertje. Intussen aangeschoven bij enkele Argentijnen en een Amerikaanse tante verlaten we als laatste de tent.
Maandagochtend een bezoek gebracht aan Itaipu, `s werelds grootste waterkrachtcentrale. Ooit paradepaardje van de Paraguayaanse dictator Stroessner, nu gezamelijk beheerd door Paraguay en Brazilië. Na 9 jaar beton storten is een 8 km lange stuwdam verrezen die aan de Rio Paraná een enorm stuwmeer creeërt. De turbines leveren iets van 100.000.000.000 Kwh per jaar: 10% neemt Paraguay af en vervult daarmee 75% van haar energiebehoefte, de rest neemt Zuid-Brazilië voor rekening, genoeg voor 25% van haar totale vraag.
De cataratas kunnen zowel aan Braziliaanse als aan Argentijnse zijde bekeken worden. De Braziliaanse kant biedt een beter panorama, dus daar ga ik eerst een kijkje nemen. Dat het een belangrijke toeristische trekpleister is blijkt wel uit de professionele organisatie ter plaatse: een perfect geconserveerd natuurpark met alle faciliteiten die toeristen wensen: cafetaria`s, souvenirshops, toiletten en panoramabussen die op en neer karren tussen de verschillende uitzichtspunten.
De dag wordt op meesterlijke wijze afgesloten met een bezoek aan een churrascaria. Ik weet nu eindelijk waarom Romario altijd met een buikje uit samba-end Rio terugkeerde in een regenachtig Eindhoven bij 'PùSVfù'. Brazilianen houden wel van lekker eten. En niet alleen lekker, vooral veel, nee overdadig, sterker: bij de beesten af!
In een churrascaria lap je een vast bedrag waarna je je onbeperkt tegoed mag doen aan een uitgebreid buffet, maar voornamelijk vlees, heel veel vlees. De ene na de andere ober komt langs met gespiest grilvlees van o.a. rund, kip, varken. Zo`n beetje alle spieren en organen passeren, waarbij ik vriendelijk afhaak bij de kippehartjes en de edele stierekloten. Mijn culinaire nieuwsgierigheid kent grenzen. Desalniettemin heb ik bij het verlaten van het restaurant zeker 15 verschillende vleessoorten op mijn bord gehad en slof ik, enkele kilo´s zwaarder, na middernacht richting hostel.
Ik weet het, het klinkt allemaal genant maar ook dit is cultuur proeven! En het is nog voordelig ook; de hele volgende middag naterend op koffie en water geleefd.
Dinsdag, watervallen deel 2. Nu de Argentijnse zijde. Driemaal zo duur als een dag eerder, maar wel dagvullend en spectaculairder.