vorig bericht | overzicht | volgende bericht

Costa Rica

16 juni

Monteverde

Haast moet je nooit hebben als je je in Centraal-Amerika met de bus verplaatst. Wél geduld en tijd. Plenty tijd. Zo duurt een rit van Tilaran (overstapplaats tussen Liberia en de Monteverde=regio) naar Monteverde zo'n 2,5 uur. Waarin je 42 km hebt afgelegd.

De weg is onverhard, smal en slingert zich omhoog richting de jungle van Monteverde op circa 1100 meter. Zowaar geen eenvoudige klus voor de voormalige Amerikaanse schoolbussen die, ooit ontworpen voor de gladgeasfalteerde lanes en avenues, berusten in hun lot en zich piepend, blazend en kreunend naar boven hijsen.

Het plan is om 2 dagen te 'hiken' in het woud. Al is de informatie ter plekke summier, duidelijk is dat ik mijn toch al weinig renderende kampeeruitrusting ook nu ingepakt mag laten aangezien er enkele houten overnachtingshutten in het park zijn.
Daarom vrijdagochtend op pad met minimale uitrusting (katoenen zomerslaapzak, eten en drinken, zaklamp en tandenborstel).

Monteverde is naar de letter geen regenwoud maar een 'cloudforest'. Geen idee hoe ik dit in verantwoord vertaal in aardrijkskundige termen, maar grofweg heb je 'dry forest' (de droge tropische wouden Rincon en Sa Rosa), 'cloudforest' (Monteverde dus) en regenwoud ('rainforest'). Als ik om 7 uur het park inloop is het fris, regenachtig en blaast de wind met flinke kracht flarden mist over de boomtoppen. Geweldig om te zien dat deze aanwezige continue vochtigheid letterlijk alles groen laat uitslaan. Alles groeit als kool, over elkaar heen en de boomstammen gaan schuil onder een dikke moslaag en zijn overwoekerd door vele verschillende 'mee=eters'.
Met het regenseizoen net van start gegaan valt de drassigheid nog mee en zijn laarzen overbodig. Wel ben ik zeer content met mijn stevige waterdichte bergschoenen die je hier behoeden voor menig opgerekte enkelband tijdens het omzeilen van allerlei natuurlijke hindernissen.

Nationaal Park Monteverde. Voor degenen met scherpe ogen een zoekertje: tel de 'hummingbirds' (colibri's)!

Monteverde is volgens eco=kenners één van Costa Rica's mooiste spots. Directe consequentie is dat daarom druk wordt bezocht en er door de lokale - en de immer aanwezige gehaaide westerse - middenstand. Het is echter niet zo erg als wat ik uit verhalen van anderen had opgemaakt over het doorgeslagen toerisme hier. Geen Toekanflats tot aan het park en geen ijskraampjes en golfkarretjes erin. Wel inderdaad overbodige treetjes, trappetjes en wegwijzers. Degenen die hierover klagen hebben zich echter beperkt tot de korte dagtrails die druk worden platgetrapt (nu gelukkig niet want het is laagseizoen). Verlaat je deze paden en ga je serieus aan de wandel dan mag je geheel zelf aan de overkant van een riviertje zien te komen, een moerassig vlakte omzeilen en balanceren op glibberige rotsen.
Het blijft jungle!

Na enkele uren taffelen bereik ik 'mijn' hut. Deze is nog redelijk luxe uitgerust ook met een gaspit, water (uit de beek), stapelbedden en EHBO-kit. Klaarblijkelijk is het laatste bezoek alweer enige tijd geleden want de stoflaag is dik en het aantal dode vliegen en motten ontelbaar.

Refugio Aleman.

Met de hut als nieuwe basis verken ik de rest van de dag de jungle verder en constateer tegen de avond bij terugkomst dat ik eigenlijk bitter weinig heb te doen om de avond te vullen. Na een ijskoude douche en een eenvoudig pastamaaltijdje is het inmiddels stikkedonker (in de jungle gaat echet het licht uit!) en bekijk ik de rondzoemende vuurvliegjes en constateer ik met genoegen dat de irritante motten zich graag dodelijk verwonden in het kaarslicht. Echetr niet bepaald een avondvullend programma en bij gebruik aan een boek ga ik om half negen gestrekt.
De volgende ochtend hangt de bewolking nog wat lager en wacht ik eerst een regenbui af alvorens aan de via een lange omweg verlopende terugtocht te beginnen. Had ik de eerste dag nog niet veel interessants aan beestenboel gezien, dat werd dag twee ruimschoots gecompenseerd. Zo streek een Toucanet (één van de verschillende Toekansoorten) vlak bij mij neer op een tak en ontdekte toen tot zijn grote schrik dat ik hem met grote ogen aanstaarde en er natuurlijk direct vervolgens vandoor ging. Ook meerdere malen bekogeld door de altijd gastvrije Howler-apen, wilde zwijnen laten weghollen, veelvuldig voorbij gefladderd door de grote paarse vlinder (naam inmiddels achterhaald, de Morpho), heeft een krab (!) mijn pad gekruist en heb ik enkele interessante vogels kunnen bekijken. Bijvoorbeeld de bedreigde Belvogel die een prachtig indringende monotone toon om de zoveel tellen laat horen en verschillende zenuwachtig fladderende hummingbirds. Absoluut hoogtepunt van Monteverde is het spotten van in heel Centraal-Amerika reeds eeuwenlang aanbeden vogel, de Quetzal!

De Quetzal was door de Maya's al 'uitverkoren' om zijn prachtige veren af te staan voor het vervaardigen van de hoofdtooi van oppergod Quetzalcoatl.

De jungle blijft fascineren! >

vorig bericht | overzicht | volgende bericht