vorig bericht | overzicht | volgende bericht

Mexico

27 april

Mérida

Al enigszins voorbereid blijkt Merida een dure stad om te overnachten. Het is blijkbaar overal een stelregel dat als je de kust nadert prijzen automatisch stijgen. Moet dus ook even zoeken en prijzen vergelijken eer ik een hotelletje midden in de stad tref waar ik voor de helft van andere goedkopere tarieven kan bivakkeren! Bovendien een goed(koop) restaurant erbij gevuld met lokalo´s; ben dus dik tevreden!
Over Mérida heb ik niet meer standaard te vertellen dan dat het een mooie stad is, die in het hoogseizoen waarschijnlijk uitpuilt van de toeristen; aangezien ik jullie alleen maar verveel over de Maya´s heb ik over de stad weinig boeiends te vertellen...

Alhoewel, mijn rugzak vond ik nog niet zwaar genoeg en heb me een kingsize hangmat laten aanpraten, uiteraard handgemaakte topkwaliteit voor een spotprijsje. Aangezien de hotelkamer over flinke haken in de muur beschikte heb ik er reeds 3 nachten in getukt en meer dan goedgekeurd!

Op donderdag 2 bezoeken aan ruines gepland: Dzibilchaltún en Mayapán. De dag erna de 'Ruta Puuc' gevolgd en maar liefst vijf sites bezocht: Labná, Xlapak, Sayil, Kabah en Uxmal. Ik ben geen spelletjesdier maar het lijken me aardige suggesties voor een winnend potje Scrabble.

Dzibilchaltún is een weinig bezochte Mayastad terwijl het enkele bijzonderheden biedt. Het is bijvoorbeeld één van de langstbezette Mayasteden, van 1000 BC tot en met de Spaanse overheersing. Hoogtepunten zijn de Tempel van de Zeven Poppetjes waar tijdens de tweejaarlijkse seizoenswisseling de ondergaande zon precies in de deuropening verschijnt. Het centrale plein wordt aan één zijde omsloten door het langste Mayapaleis van de regio (130m). Aan het begin van de koloniale periode (1590-1600 AD) is een christelijke kerk midden op het plein gebouwd. Typisch voor de in het droogteseizoen kurkdroge Yucatan is de aanwezige cenote: een natuurlijke waterbron waarin de Maya´s allerlei offers wierpen (van keramiek tot mens en dier) om de continuiteit van de bron te garanderen.

Uit ervaring (Toniná) weet ik inmiddels dat het transport náár een ruinas eenvoduig is te regelen. De weg terug ligt wat gecompliceerder, zeker als je zo ongeveer de enigste bezoeker bent en dus geen interessante halte bent voor bus of collectivo. Al te voet aan de terugweg begonnen gelukkig door één van de spaarzame auto´s opgepikt met een moeder die haar kids te Merida ging ophalen. Dus ook in Mexico heeft de 'achterbankgeneratie' haar intrede gedaan!

In de namiddag inmiddels naar Mayapán, waar ik pas een klein uur voor sluitingstijd in de buurt arriveer. Omdat ik te vroeg uitstap blijk ik nog enkele kilometers verwijderd te zijn van de ingang. In de veronderstelling een collectivo aan te houden zijn het 3 jagers in een VW busje die me bij de ruine droppen. Daar blijk ik de vijfde bezoeker van de dag te zijn, de twee laatste namen komen me bekend voor: een Duits stel die ik ook al in Bonampak heb getroffen. Mijn geluk is dat ik met hun ontmoeting me geen zorgen hoef te maken over het vervoer terug naar Merida aangezien zij in een huurauto Zuid-Mexico doorkruisen.

Oók Mayapán wordt dus weinig bezocht. Merkwaardig aangezien het tezamen met de nog te bezoeken steden als Uxmal en Chichén Itzá het gehele schiereiland regeerde aan het begin van de post-klassieke periode. Aan de ene kant boeiend, maar ook frusterend is het feit dat archeologen regelmatig slechts kunnen gissen naar functie, symboliek en dateringen van de steden en haar overblijfselen. Waarschijnlijk eiste Mayapán de regie op binnen de machtstriangel en pas in vlak vóór de Spaanse periode ten onder ging aan rebellie die de stad grotendeels verwoeste. Daardoor is het nu veel kleiner dan de oorspronkelijke afmetingen met ruim 4000 gebouwen die 15.000 inwoners huisden. Wat resteert is de piramide van oppergod Quetzalcoatl (ofwel 'Kukukcán' genoemd) en een observatietoren met gave gebeeldhouwde maskers van de God van Regen en Licht, Chaac.

Nog meer ruines:
De 'Ruta Puuc' afgelopen vrijdag gevolgd. Ten zuiden van Merida liggen temidden van heuvelachtig terrein (Puuc betekent in Maya heuvel) verschillende Mayasteden. Deze kenmerken zich door hun afwijkende architectonische stijl en floreerden aan het eind van de klassieke periode (600 - 1000 AD).
Eigenlijk zou je deze sites in 2 dagen moeten bekijken, hiervoor is echter een eigen autootje noodzakelijk en een overnachting in de buurt, aangezien dit me té duur is en té omslachtig verkies ik de, als achteraf te beoordelen, 'dollemanstocht' met de Ruta Puuc-bus vanuit Merida. Op elke bestemming wordt je maar liefst 30 volle minuten gegund, anderhalf uur te Uxmal en weer terug thuis om op tijd te zijn voor de belangrijkste maaltijd van de dag voor de Mexicanen, de in de namiddag rond een uurtje of vier geplande lunch!

Labná is de eerste in de serie van vijf. Een stad met een groot paleis met dominante sculptures van Regengod Chac. Ook kan je uit een slangenmond een mensenhoofd zien steken (van steen dus): symbolisch voor een god die ontsnapt aan de 'onderwereld' (de dood).

Xlapak is de kleinste site en behoeft nog enig onderzoek en restauratie. Het gelijkvloerse paleis met Chacmaskers is het fraaist. Chac is altijd eenvoudig te herkennen aan zijn merkwaardige uitstekende gekrulde neus.

Het Gran Palacio van Sayil is indrukwekkend, een drie verdiepingen tellend paleis met 94 kamers. Meest opvallend is het gebruik van pilaren en de 'boomstammetjes'-wanden.

Daar ik en de enkele mede-inzittenden allen over 'Belgische klokjes' beschikken wordt ons te Kabáh slechts 20 minuten gegund.

Kabáh is juist het interessants van alle voorgaande haltes. Hoogtepunt hier is 'Codz Poop', een merkwaardig maar verbluffend paleis dat aan de voorzijde geheel is gedecoreerd met 250 Chacmaskers. Om binnen te gaan dient een typische gekrulde neus als opstapje!

Uxmal is overduidelijk de uistmijter van de dag. Het is de grootste en belangrijkste Mayastad in de Puucregio. Ontstaan in 800 BC groeide het tijdens de klassieke periode uit tot een gezaghebbende gemeenschap in het zuiwesten van schiereiland Yucatan (200 - 900 AD). De belangrijkste gebouwen, in Puucstijl, stammen dan ook uit deze periode.
Ook hier is Regengod Chac nadrukkelijk aanwezig. De verering van Chac is logisch te verklaren: het Mexicaanse schiereiland is een schelp van rotsen waar nauwelijks tot geen grondwater voorkomt. Succesvolle landbouw is dus grotendeels afhankelijk van hemelwater, water dat door de Maya´s werd opgevangen in reservoirs en irrigatiekanalen. Voor Uxmal was dit essentieel aangezien het niet beschikte over natuurlijke waterbronnen, de cenotes zoals in Dzibilchaltún.

Direct doemt de grote Pirámide del Adivino op die volgens de legende in één nacht is gebouwd door een kabouter.

Nabij omgeven maar liefst vier paleizen een plein: 'Quadrangulo de las Monjas'.

Het bezoeken van vijf Mayasteden waarover de verering van regengod Chac niet bepaald geheimzinnig wordt gedaan mist zijn uitwerking niet. In de loop van de middag formeren zich in ijltempo fikse onweersbuien en met het openen van de sluizen opent Chac, om het verhaal nog mooier te maken, hoogstpersoonlijk het regenseizoen met een langdurige kletterende regenbui!

Het bestuurscomplex, Palacio del Gobernador, wordt door één van de eerste Maya-ontdekkers geschaard in het rijtje van hoogstaande Egyptische, Romeinse en Griekse kunst. Een grote Piramide domineert tenslotte een gebouwencomplex achter het paleis.
Een zoekertje: vind rechts de leguaan, één van de huidige bewoners van Uxmal!

De Ruta Maya wordt vervolgd richting het oosten met Vallodolid als bestemming, uitvalsbasis voor Chichén Itzá en Ek-Balam.

vorig bericht | overzicht | volgende bericht