vorig bericht | overzicht | volgende bericht

Mexico

6 mei

Chetumal

Aangekomen in Chetumal, gelegen aan de grens met Belize de laatste Mexicaanse bestemming, pik ik mijn vetrouwde ritme weer op en alles begint weer soepeltjes te lopen.

Met een tegelijkertijd aangekomen Britse deel ik een taxi die koers zet naar een jeugdherberg in Villa Deportiva die met 30 pesos (7,50.-!) tot mijn goedkoopste adresjes tot nu toe behoort!

De plaatselijke VVV laat me weten dat een bezoek aan de ruines van Kohunlich er niet inzit als ik niet bij hen een gids met huurauto voor een halve dag boek voor $65. Hiervoor vriendelijk bedankend op zoek naar de verschillende bushaltes en standplaatsen van collectivo´s. En na even zoeken heb ik al een busje ontdekt die me voor 17 pesos in de buurt kan afzetten.
Zondagochtend gaat dan ook mijn alarm om 6 uur om een uur later in te stappen richting Kohunlich. Althans dat was het plan: de plaatselijke regelneef tussen de zwaar ronkende vehikels wijst me een verkeerde bus (of logischer: ik begrijp hem verkeerd), zodat ik om 8 uur pas vertrek. Gedraag me daarom vaak als een domme toerist en vraag gewoon hetzelfde aan minimaal 3 verschillende personen om zeker te zijn van hetgeen ze me wijsmaken ook juist is!
Mijn geluk is echter dat de Mexicaanse zomertijd is ingegaan, wat weer een uur scheelt aan zonkracht, belangrijk omdat op het punt waar ik uit de bus stap nog een luttele 9 kilometers te voet moeten worden afgelegd. Het geluk laat me hier in de steek: op een parkopzichter op zijn mountainbike na passeert me niemand en dus kom ik pas anderhalf uur later aan op het terrein van Kohunlich, waar ik enigszins verbaasd wordt aangekeken door de aanwezige beheerders.

Het aardige aan de overblijfselen van Kohunlich is dat deze nog nauwelijks ten prooi zijn gevallen aan de restauratiedrift die momenteel als een virus door de hele Mayaregio woedt. Het grootste deel is zelfs nog geheel in bezit van de jungle en een voormalige woning kan dan ook op enkele meters eenvoudig worden gepasseerd zonder dat je er erg in hebt.

Wat in Kohunlich wel is blootgelegd en kjleinschalig gerestaureerd zijn de residenties van de hogere sociale klassen, een acropolis en enkele tempels die gezamelijk het centrale plein omsluiten. Dat van alle Mayasteden alleen 'het centrum' min of meer bewaard is gebleven is eenvoudig te verklaren, het waren namelijk alleen deze panden die werden opgetrokken uit steen. De gewone man, handelaar, soldaat, boer of specialist woonde in eenvoudige hutjes van hout en palmbladeren. Overigens net als een groot deel van de Mayabevolking anno nu.

Om één specifiek gebouw is Kohunlich uniek: De Tempel van de Maskers die gelegen op een heuvel uitkijkt over het plein. De naam verraadt haar unieke kenmerken, 8 twee meter hoge gebeeldhouwde maskers van Kinich Ahau, god van de Zon. Geheel in originele staat staren de beelden je met grote ogen aan en is de authentieke dieprode kleur op het gedeeltelijk bewaard gebleven stucco (pleistersteen) nog duidelijk te zien. Het pleisterwerk bedekte oorspsronkelijk bijna alle tempels en paleizen. Deze buitenste laag werd beschilderd, deze kleuren (o.a. dieprood, donkerblauw, zandkleur, grijs) zijn niet bewaard gebleven waardoor de tempels nu in hun groezelige krijtstenen gedaante totaal niet overeenkomen met hoe het was, helaas...
Dit maakt de ruines overigens extra gevoelig voor de weersinvloeden aangezien het krijtsteen de regen absorbeert waardoor het zacht wordt. Het stucco voorkwam dit, de regen maakte het zelfs harder waarmee het behalve een decoratieve functie dus ook een beschermende en verstevigende functie had.

Na enkele uurtjes houd ik het voor gezien en eet mijn lunch op bij de uitgang. Daar hoop ik op een lift van één van de drie auto´s die de parkeerplaats bevolken en zowaar: op het moment van laatste hap kom een Frans stel aanlopen die mij na enig aarzelen mee terug nemen zodat de 9 km-lange wandeltocht tijdens de hete middaguren wordt gespaard!

vorig bericht | overzicht | volgende bericht