Veel panden zijn overigens in een slechte staat als gevolg van de grote aardbeving die de stad trof in september 1985. Een enkel pand bevindt zich nog in dezelfde desolate toestand als direct na de ramp, een ander is hooguit dichtgemetseld en gestut.
Wat ook opvalt is de immer aanwezige politie en private beveiligingsdiensten. Rond Zócalo, waar elke dag met veel cermonieel vertoon de Mexicaanse vlag om 18u wordt gestreken, zijn de gehele dag militaire politie-eenheden met flinke machinegeweren present. Zij nemen ook de bewaking van het Nationaal Paleis voor rekening. Tevens hangt er op elke straathoek rond het plein en metrostation wel een groepje ME´ers (Policia Metropolina) in volledige gevechtsuitrusting verveeld rond. Als ze er zin in hebben ontketenen ze een kleine razzia onder de vele illegale straatverkopers. Deze worden meestal door enkele ´fluitisten´ingeseind en in enkele tellen hebben ze hun boeltje bij elkaar geraapt en zetten ze het op een lopen.
Samen met de dominant aanwezige beveilingsbeambten, die minimaal een wapenstok dragen, geven zij je enerzijds het veilig gevoel, maar anderzijds ook weer een onbehaaglijk gevoel in de veronderstelling dat er klaarblijkelijk opeens ´van alles´ kan gebeuren!
Behalve de stad is ook de hostel groot en, in tegenstelling tot de vorige bestemmingen, wat aan de anonieme kant. Even wennen dus! Maar ik heb een druk programma: voordat ik deze mierenhoop achter me laat ga ik vanavond naar het voetballen; topclub Ameríca speelt in het Aztekenstadion tegen het ´altijd lastige´ Celaya! Morgen een dagje in het park en wat suburbs rondkijken en maandag naar de ruines van een ander voormalig Mexicaans rijk, Teotíhuacan, even buiten de stad.