vorig bericht | overzicht | volgende bericht

Perú

19 juli

Arequipa

Van de in Zuid-Peru drie weken geleden afgekodigde noodtoestand is weinig te merken. Na de zware aardbeving (7.9) van zaterdagmiddag 23 juni is puin grotendeels geruimd en het dagelijkse leven in deze grote stad allang weer opgepikt. De meer dan 200 doden en miljoenenschade waren echter voornamelijk in - armere - buitenwijken en omliggende dorpjes te betreuren. De reizigers waaraan ik me in Cuzco nog heb geërgerd vanwege hun enthousiasme over hun aanwezigheid ter plaatse op het bewuste moment (in de trant van 'een unieke ervaring' en 'geweldig') moet ik wel gelijk geven dat weinig nog doet herinneren aan de aardschokken en dat zo goed als alle panden gewoon overeind staan. Zelf nog één van de talrijke naschokken gevoeld, met de kracht van een 'Limburgse aardbeving' trilde de vloer en klapperden de deuren in de hostel. Een gebeurtenis waar geen enkele Peruaan aandacht aan schenkt.

Zichtbare schade in het stadscentrum van Arequipa zijn voornamelijk wandscheuren die als littekens de fraaie gevels ontsieren. Zoals bijvoorbeeld de entree van de San Francisco-kerk en het pand naast La Compañia. Schade in de buitenwijken is echter van serieuzere aard.

Ronduit bizar is het aanblik van de cathedraal op het centrale Plaza de Armas. Linker foto vóór, rechter na 23 juni 2001.

Plaza de Armas.

Na in 1612 reeds met opzet laag te zijn gebouwd vanwege immer aardbevingsgevaar loopt het vier eeuwen toch serieuze schade op: één der toren ingestort en de ander houdt zich net overeind op wankelende brokstukken.

Ondanks een overvloed aan coloniale pronkstukken geloof ik dit grotendeels allemaal wel, sinds Noord-Mexico overvoert met Spaanse culturele invloeden gaat mijn voorkeur uit naar meer plaatselijke antieke geschiedenis.

Als gevolg van koloniale verzadiging alleen kiekjes van de buitenmuren van Arequipa`s monumentale panden. Zoals de kerk La Compañia en haar belendende patio en het Santa Catalina en Recolata-klooster.

Veel interessanter vind ik het kleine museum dat de plaatselijke universiteit huist. Hier wordt een recentelijk gevonden Inca-mummie tentoongesteld. Het is een intrigerend verhaal over een 14jaar jong Inca-meisje, genaamd 'Juanita', dat ruim 500 jaar geleden werd uitverkozen tot offer aan god. Vanaf haar geboorte weet zij en haar adellijke familie haar rol: een voorrecht die de familie een bijzondere positie binnen de gemeenschap geeft.
De ceremonie start met een processietocht naar hoofdstad Cuzco, alwaar de Inka-leider zelf het lot cq uitverkiezing (wat je wilt) bezegeld. Eenmaal terug wordt de voettocht vervolgd naar plaats van gebeuren: de top van de Ampato vulkaan, ruim 6300 meter hoog! Hier wordt zij na een reeks van rituelen versuft en gedood om vervolgens aan de voet van de kater begraven te worden.
Een vulkaanerruptie van de nabijgelegen Sabancaya legt het graf in 1995 bloot en grondverschuivingen laten het gemummificeerde lichaam van Juanita in de gedoofde krater van de Ampato rollen. Twee weken later wordt ze door een expeditie ontdekt.

Mummie Juanita verkeert in een perfecte staat door de droogte in haar voormalige graftombe en pooltemperaturen van minus 20 graden. Condities waar ze nu ook onder wordt geconserveerd. Op de linkerfoto zijn onder haar linkeroog de sporen te zien van de fatale klap die haar dood inluidde.

Tot slot van Arequipa nog wat vriendelijker ogende plaatjes: buitenwijk Yanahuara dat aardige uitzichten biedt op de stad en vulkanen. Het kerkje is, net als de Cathedraal en andere kerken, overigens opgetrokken in sillar. Wit vulkanisch gesteente dat bijna exclusief aan panden te Arequipa is voorbehouden, vandaar haar bijnaam 'Witte Stad'.

Als gevolg van de nog onrustige aarde wordt trekking in de bergen afgeraden, evenals beklimming van vulkaan Misti, die op de achtergrond boven Arequipa uittorent met haar meer dan 5800 meter. Wel mogelijk is een bezoek aan de Colca Canyon. Met 12 personen en een gids Arequipa achter me gelaten voor twee dagen rondtoeren door de ruige natuur.
Nationaal Park Aguada Blanca y Salinas is het voorportaal van de Colca-vallei die uitmondt in de Colca-Canyon, tweemaal zo diep als de Grand Canyon in Californië.

Op weg naar de Colca Canyon doorkruisen we de altiplano: veel zand, stenen, dor gras en thuishaven van allerlei lamasoorten.

De vulkanen domineren op de achtergrond en zorgen voor een fascinerend contrast van woestijn versus sneeuw en ijs.

Na enige tijd op zeeniveau te hebben verkeerd is mijn tijdens de Inka-Trail aangemaakte bloeddoping weer verwaterd. Adem happen gaat dan ook wat moeizamer, zeker als je op de hoogste pas rondwandelt op 4800 meter. Na een overnachting in een plaatselijk dorpje en een steenkoude nacht (rond vriespunt) rijden we de volgende dag de Colca-vallei in.

Inka's hebben de heuvels van de Colca-vallei compleet omgetoverd in terrassen voor hun landbouw. De huidige boeren maken er nu nog dankbaar gebruik van.

Vanaf het gehucht Pinchollo gaan de glooiende heuvels van de vallei over in steile rotskliffen en zakt het riviertje Rio Colca steeds verder weg.

Hoe diep? Van waar wij ons bevinden is het ruim 1200 meter naar beneden, vanf de aan de overkant gelegen sneeuwtoppen is het 3000 meter!

Hoogtepunt is 'Mirador Cruz del Cóndor', een rotsklif befaamd om haar aantrekkingskracht tot Condors, ofwel aasgieren. Deze steeds zeldzamere vogels meten met hun vleugels wel 3 meter breed en wegen 12 kg. Dit gewicht maakt vliegen zo goed als onmogelijk: het enigste wat ze doen is meezweven met de wind en navigeren met hun vleugels. Het zijn sowieso luie donders; jagen doen ze niet, zoals het een aasgier betaamt nemen ze genoegen met dierlijke eetresten dat door andere beesten is achtergelaten.

Aasgieren hopend op een menselijke misstap?

vorig bericht | overzicht | volgende bericht